In Nederland wordt meer mest geproduceerd dan er geplaatst mag worden op de landbouwgrond die daarvoor beschikbaar is. De overheid wil er inzicht in hebben hoe de situatie op de individuele bedrijven is. Daarvoor moet elke agrarische ondernemer een mestboekhouding bijhouden.

In 2006 is daarvoor het stelsel van de gebruiksnormen in het leven geroepen. Dit systeem gaat uit van vaste normen voor het gebruik van stikstof (N) en fosfaat (P2O5). Op grond mogen vaste hoeveelheden van beide mineralen worden aangevoerd.

Er zijn drie normen waaraan u moet voldoen: N-dierlijk, N-totaal en P2O5. Voor alle berekeningen gelden eigen normen en uitgangspunten. Er vind geen verrekening plaats tussen de berekeningen en ook niet tussen opeenvolgende jaren. Elk jaar moeten alle berekeningen positief zijn.

De plaatsingsruimte voor N kan worden verruimd door toepassing van derogatie. In het grootste deel van ons land gaat de plaastingsruimte voor N-dierlijk dan van 170kg naar 250 kg per hectare (ha).

Om van derogatie gebruik te mogen maken moet u aan een aantal voorwaarden voldoen:

  • Bemonstering van de percelen;
  • Opstellen bemestingsplan en indienen aanvullende gegevens;
  • Minimaal 80% grasland. 

Voor de productie door de dieren gelden ook vaste normen. Bij melkkoeien is die gebaseerd op de hoeveelheid melk en het ureumgehalte van de melk. Daarnaast zijn er verschillen tussen dieren die gehouden worden op vaste mest en dieren op drijfmest. Ook voor de gehalten in de mest gelden standaard vaste normen. Bij de gebruiksnormenberekening tellen de voorraden aan het begin en het eind van het jaar.

Mocht er sprake zijn van een mestoverschot dan moet u mest afvoeren. Dit kan door middel van boer-boer-transport. Dan hoeft u de mest niet te laten bemonsteren maar tellen de vaste normen.

U mag 25% van de op uw bedrijf geproduceerde fosfaat op deze manier afzetten als u:

  • de mest binnen 10 kilometer afzet;
  • van de door uw bedrijf geproduceerde fosfaat 75% op uw bedrijf kunt plaatsen.

Voldoet u niet aan deze voorwaarden dan moet u de afgevoerde mest laten wegen en bemonsteren. Dan vervallen de vaste normen. 

Voor staldieren moet een stalbalans worden opgesteld. Hierbij worden de aan- en afgevoerde dieren, het aangevoerde voer en de (bemonsterde) afgevoerde mest meegeteld.

Op grond waar mest van staldieren wordt gebruikt is geen derogatie van toepassing. 

Dit is slechts een korte uitleg van het mestbeleid.
Er zijn veel details  die voor u van belang zijn. Moneo Advies wil u dit graag uitleggen.
Daarnaast kunnen wij voor u de juiste berekeningen maken, 
stellen wij het bemestingsplan voor u op
en dienen de aanvullende gegevens voor u in.

Neemt u gerust contact met ons op voor meer informatie.